[14 januari 1862
Brief van d'Ablaing aan Kallenberg van den Bosch]
14 januari 1862
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan R.J.A. Kallenberg van den Bosch. (Kopieboek 1, blz. 590. M.M.)
Den Hoog Wel Geb. Heer Jkhr. R J.A. Kallenberg van den Bosch
Huize Laanzigt bij Breda.
H.W.G. Heer
Ik heb tot heden schandelijk verzuimd uwe geachte letteren van 28 November ll. te beantwoorden. Ik verzoek U beleefdelijk verschooning voor dit verzuim. - Mag ik hopen dat de verzekering dat niet mijne vergeetachtigheid, achteloosheid of onbeleefdheid er de schuld van draagt, maar dat de drukke bezigheden, waarin ik als het ware begraven zit, er de oorzaken van zijn, eenigzins ten mijnen gunste moge pleiten?
Uw gevoelens omtrent hetgeen Dekker hadde moeten doen om een veel gunstiger uitslag op zijnen arbeid te erlangen, beaam ik zoo zeer, dat ik hem herhaalde malen in dien geest heb toegesproken, - in weerwil dikwijls van zijne driftsuitingen, - reeds sedert meer dan een jaar geleden.
Dekker is echter niet U of ik. - Dekker is niet de bedachtzame, voorzigtige man, die zijne woorden afmeet naar de bevatting zijner hoorders, die zijne denkbeelden voordraagt op eene wijze, gevorderd door de convenance van de zamenleving zijner eeuw. Hij is de ongetemde natuurmensch, het onbedwingbare genie. - Neemt Dekker onzen raad en en volgt hij onze wenken, dan houdt Dekker op Dekker te zijn, - Dekker met al zijne deugden, zijne begaafdheden en zijne fouten, één, ondeelbaar, dan is zijn genie opgeofferd, dan is de zaak, waaraan hij zich wijdt, waarvoor, waarin hij leeft, verloren, - dan is het doel van zijn streven, dan is zijne toekomst vernietigd.
Vergeten wij niet, mijn Waarde Heer, dat de mensch niet anders handelt dan hij handelen kan - en Dekker kan alleen handelen gelijk hij handelt - anders dan U of ik, - omdat zijne constitutie, zijne geschiedenis, zijne denkbeelden-vorming anders zijn dan die van U of mij.
De roman Fancy is een produkt van de dartele uitspattingen in de uren der verpozing, van zijnen weelderigen geest.
Het eerste deel is voor de pers gereed, doch het tweede en derde deel