dat de adsistent Resident van Lebak door de wijze, waarop hij in deze is te werk gegaan, zich al dadelijk op eenen zoo weinig verborgen koelen voet tegen over den Regent heeft gesteld, dat naar het den Resident voorkomt de goede verhouding welke tusschen deze ambtenaren bestaan moet, voor immer daar door zal zijn verbroken;
Stellende de Resident voor:
voorloopig buiten eenig gevolg te laten de boven omschreven voorstellen van den adsistent Resident van Lebak en van dien ambtenaar te vorderen, dat hij alsnog aan den Resident van Bantam volle opening geve van al hetgeen hem ter zake van de handelingen van het Inlandsche bestuur dier afdeeling mogt zijn ter oore gekomen, ten einde door den Resident nader ter kennis der Regering te worden gebragt, om te kunnen beoordeelen, wat ter zake verder zal behooren te worden verrigt.
B. van den Adsistent Resident van Lebak van 29 Februarij 1856 No. 94:
De Raad van Nederlandsch-Indië gehoord, (advies van 11 Maart 1856 No. XXXVI);
adviserende de Raad zoo als hieronder bij artikel 1 en 2 wordt beschikt,
In aanmerking nemende:
dat met den Raad moet worden ingestemd, dat in de handelingen van de Adsistent Resident Douwes Dekker worden gemist bezadigd overleg, beleid en voorzigtigheid, en dat die Adsistent Resident in zijne tegenwoordige betrekking niet kan blijven;
dat evenwel evenzeer erkend moet worden, dat hij heeft gehandeld met goede bedoelingen;
dat hij bekend staat als een bekwaam en ijverig ambtenaar, dat hij ook vroeger dienende in de Residentie Bagelen als Sekretaris der Residentie Menado en als Adsistent Resident te Amboina; gunstig stond aangeteekend;
dat daarom zijne onvoorzigtige handelingen voor eene verschoonende behandeling vatbaar zijn, en de proef kan worden genomen, of hij niet na ernstige teregtwijzing en waarschuwing voor het binnenlandsch bestuur kan worden behouden;
Gelet op het besluit van heden No. 35;
Is Goedgevonden en verstaan,