[Bijlage XV
Missive van 19 maart 1855 aan de Regent]
Bijlage XV
Afschrift van een Maleise missive, door de Assistent-Resident van Lebak op 19 maart 1855 gezonden aan de Regent. Dubbel vel folio, waarop ook missives van 7, 16 en 27 februari 1855. (M.M.) Vertaling.
Afschrift
No. 26
Rangkasbetoeng 19 maart 1855
Beleefd deel ik de Raden Adipattie mede dat ik de Raden Adipattie reeds dikwijls verzocht en opdracht gaf aan de hoofden om de erven te verzorgen en schoon te houden, doch ik zie dat mijn opdracht niet naar behoren wordt uitgevoerd; en zo ook het voorschrift van het Gouvernement voor het gebruiken van de ‘orang kemit’ (die hier ‘pantjen’ worden genoemd) aan wie geen andere werkzaamheden mogen worden opgedragen dan de hieronder vermelde
1. | voor het 's nachts bewaken van huis en erf |
2. | voor het reinigen van de erven der huizen |
3. | voor het halen van brandhout om te koken |
4. | voor het halen van drinkwater |
5 | voor het grassnijden voor de paarden, doch slechts 1 persoon voor 1 paard. |
Andere werkzaamheden mogen absoluut niet worden opgedragen; indien het werkelijk noodzakelijk is, mag slechts genomen worden indien (men) wil; in wezen mogen de ‘kemit-plichtigen’ of ‘pantjen-plichtigen’ slechts gebruikt worden voor het bewaken van het huis en het schoonmaken van het erf.
Ik verzoek U daarom juiste bevelen te geven en er op te letten opdat mijn opdrachten tot stand komen; laat mij over deze aangelegenheid niet iedere dag hoeven te vragen en opdrachten te geven; wie van de hoofden ‘kemit’ of ‘pantjen’ krijgt en dit