Wachtende op herplaatsing
Gedurende vier maanden, van midden september 1855 tot midden januari 1856, hebben Dekker en zijn gezin te Batavia en Buitenzorg verblijf gehouden. Hij hervond hier enkele familieleden en vroegere vrienden, van wie sommigen tot hoge functies waren opgeklommen. Tine's zuster en zwager, die sinds het voorjaar van 1851 in Buitenzorg hadden gewoond, waren in het najaar van 1854 naar Nederland vertrokken, met een jaar ziekteverlof dat eerst een half jaar, daarna nog twee maanden werd verlengd. Dekkers belangrijkste relatie in Batavia was de waarnemende secretaris van het gouvernement, E. de Waal, die gehuwd was met een nicht van Tine. Door hem werd Dekker geïntroduceerd aan het ‘hof’ van de Gouverneur-Generaal, Mr. A.J. Duymaer van Twist, wiens bewind - sedert mei 1851 - Dekker uit eigen ervaring maar ruim een jaar had leren kennen, en dan nog op verre afstand, maar wiens naam zowel in Nederland als Indië met eerbied werd genoemd. Over de persoonlijke betrekking die er tussen deze G.-G. en Dekker ontstond, heeft Duymaer van Twist jaren later geschreven in een brief, die aan het einde van de groep dokumenten als bijlage is afgedrukt. De dokumenten zelf zijn weinig in aantal en betreffen financiële zaken uit de jaren op Celebes en Ambon. Zij maakten Dekkers geldelijke ellende nog vele duizenden guldens erger.
De enige anekdote omtrent deze maanden handelt over een bezoek van Tine bij haar nicht mevrouw A.A. Holle-van der Hucht, die aan het Koningsplein woonde. Tine kwam op een avond in een huurkoetsje en riep: ‘Dag nicht, hier ben ik. Ik kón het thuis niet langer uithouden. Dekker is een duivel!’ Zij ging in een zijkamer zitten om haar man een briefje te schrijven, maar al gauw was deze er zelf. Toen ze zijn stem hoorde, kwam Tine direkt te voorschijn. Ze spraken met elkaar als was er niets gebeurd, bleven gezellig eten, hadden een vrolijke avond dank