[6 mei 1854
Beslissing van de Minister van Koloniën]
6 mei 1854
Beslissing van de Minister van Koloniën inzake Dekkers rekest. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)
Met potlood staat in de marge genoteerd: Adres Amsterdam Singel No 331. En bij het slotgedeelte: Dit alleen voor de Maatschappij.
Ministerie van Kolonien.
's Gravenhage, den 6 Mei 1854.
Lett. A. No. 6/323
De Minister van Koloniën,
Gelezen hebbende een rapport van den Inspekteur van de Geneeskundige dienst der Landmagt, dd 2 Mei 1854 No 23, 670 (Exh. 5/3 54 No. 12:)
Gelet op de verbalen van: 23 Febrij 1853 La A No 2
12 Septbr 1853 La A No 2
8 Decbr 1853 La A No 1 en
22 April 1854 La A No 1.
Heeft goed gevonden:
1o. aan den oost-indischen ambtenaar E. Douwes Dekker, laatstelijk adsistent-resident, tevens magistraat te Amboina, thans met verlof hier te lande, ten vervolge op de beschikking van den 22n April jl. La. A No. 1, bij extract dezer, te kennen te geven: dat aan hem, in verband met het door hem ondergane geneeskundig onderzoek wordt verleend eene verlenging van verlof, voor den tijd van zes maanden, met behoud van het aan hem, bij besluit van den Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië, dd 1 Augustus 1852 No. 1, toegekend verlofstraktement ad f2700 's jaars, - met de uitbetaling waarvan alsnu, op de wijze en onder de kortingen als in de resolutien van het Departement van Kolonien, dd. 23 february 1853 La. A. No. 2 en 8 December 1853 La. A. No. 1 zijn omschreven, zal worden voortgegaan tot ultimo October aanstaande; omstreeks welk tijdstip hij de terugreis naar Java zal dienen te ondernemen.
en 2o te schrijven:
a Aan Zijne Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch Indië en b Aan de Nederlandsche Handel Maatschappij Ik heb de eer Uwer Excellentie/der Maatschappij mede te deelen, dat bij mijne beschikking van heden La. A No 6 aan den oost-indischen