[17 november 1853
Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën]
17 november 1853
Rekest van Dekker aan de Minister van Koloniën, inzake een voorschot. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)
Van dit rekest bestaan twee handschriften, waarvan het tweede door Dekker zelf als ‘Duplicaat’ is aangemerkt. Op dit duplicaat werd naast de laatste alinea aangeteekend: ‘A. is niet steeds borgtogt vereischt? W.’
Aan Zijne Excellentie den Heere
Minister van Kolonien te 's Hage.
Geeft met den meesten eerbied te kennen: Eduard Douwes Dekker, Oost Indisch ambtenaar met verlof hier te lande aanwezig, tijdelijk wonende te Amsterdam op het Singel No 331. Dat hij door vele tegenheden voornamelijk voortspruitende uit den gekrenkten staat zijner gezondheid welke kostbare reizen en geneeskundige behandeling gevorderd heeft, in geldverlegenheid verkeert;
Dat die omstandigheid hem te meer drukt daar hij over weini-