daar hiertoe gemagtigd, gelijk meermalen met dusdanige correspondentie het geval is, mij mededeelt dat zich in die streken een 48-tal rooversprauwen van Magindanao hebben vertoond niet alleen, doch zelfs een persoon vermoord en negen personen gevankelijk medegevoerd hebben.
Aan het voorts daarbij gedaan verzoek om 30 lb. buskruid tegen betaling, is natuurlijkerwijze terstond voldaan.
Reeds sedert geruimen tijd zijn dusdanige mededeelingen niet zeldzaam, en bepalen zich niet alleen tot de omliggende rijkjes, maar ook de kusten der eigenlijke Minahassa worden maar al te dikwijls door zeeroovers bedreigd en ondanks alle onder mijn bereik liggende maatregelen, en de voortdurende waakzaamheid der bevolking is het dien boosdoeners gelukt, nu en dan enkele vreedzame strandbewoners gevangen te nemen en als slaven medetevoeren.
Reeds bij mijn schrijven van den 8 Februarij 1850 No. 85 heb ik Uwe Excellentie in het algemeen van dien toestand kennis gegeven, en hoe ongaarne ook, heb ik mij verpligt gezien te berusten in het daarop van den Heer Algemeenen Secretaris bij deszelfs missive van 26 April 1850 No. 1241 bekomen antwoord, houdende dat de toen aanstaande komst der oorlogsvaartuigen Argo en Bromo, de verdere voldoening aan mijn verzoek onnoodig maakte. Zonder alsnu andermaal een bepaald voorstel aan Uwe Excellentie te doen, en zonder in aantooningen te treden van het gering verband tusschen de Commissiereize der beide genoemde vaartuigen, met het bekruisen der zeeën en het opsporen en tuchtigen van zeeroovers, neem ik de vrijheid thans alleen deze aangelegenheid aan het dieper inzigt van Uwe Excellentie te onderwerpen ten einde in dezen zulke maatregelen te nemen als Uwe Excellentie zal vermeenen te behooren.
Ik acht mij echter verpligt deze beide korte opmerkingen hierbij te voegen:
Dat namelijk de gedurige bezorgdheid der bevolking van de Minahassa, niet dan zeer nadeelig kan terugwerken op den arbeid, mitsgaders het vertrouwen op - en de gehechtheid aan het Gouvernement.
Dat evenzeer de reeds zoo moeilijk te handhaven ondergeschiktheid der rijkjes buiten de Residentie noodwendig zal komen te