[5 februari 1846
Tweede rekest van Dekker aan de G.-G.]
* 5 februari 1846
Tweede rekest van Dekker aan de Gouverneur-Generaal. Het rekest is niet gedagtekend, maar werd op de Secretarie op de 5de februari geagendeerd. (Bescheiden, 1900, blz. 95)
Aan Zijne Excellentie den Minister van Staat, Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië enz. enz.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Eduard Douwes Dekker, ambtenaar op wachtgeld.
Dat hij, na bij besluit ddo. 13 September 1845 No. 8 ter beschikking van den Assistent-Resident van Krawang gesteld te zijn, zich onmiddellijk derwaarts heeft begeven en genoemde plaats niet verlaten heeft dan in de meening dat het de intentie van het Gouvernement was, dat hij aldaar niet langer dan tot ulto. December ll. zoude werkzaam zijn;
Dat hij als nu ervaren heeft, dat hij zich in het denkbeeld heeft vergist;
Dat hij derhalve Uwe Excellentie eerbiedig is verzoekende hem adressant alsnog te willen stellen ter dispositie van den Assistent-Resident van Krawang, op den voet als bij opgemeld besluit van den 13en September 1845 No. 8 was bepaald.
Hetwelk doende, enz.,
Douwes Dekker.