Jan Pieter van der Hucht (geboren 1797), gehuwd met Johanna Constantia Wilhelmina Lulofs (geboren 1796), wonende te Amsterdam;
Clara Henriëtte van der Hucht, (geboren 1800), gehuwd met Theodorus Johannes Kerkhoven (geboren 1789), wonende te Amsterdam;
Alexandrina Albertina van der Hucht (geboren 1802), gehuwd met Pieter Holle (geboren 1804);
Johanna Gerardina van der Hucht (geboren 1804), gehuwd met Dr. Cornelis Pen, arts te Loenen aan de Vecht;
en Guillaume Louis Jacques van der Hucht, genaamd Willem (geboren 1812), gehuwd met Sara Johanna Pen, een zuster van Dr. Cornelis Pen (geboren 1811), wonende te Amsterdam.
Bij de leden van deze familie Van der Hucht bestond een ongewoon grote belangstelling voor Nederlands-Indië, en speciaal voor Java. Men was ervan overtuigd dat Nederlandse kolonisatie aldaar om verschillende reden gewenst zou zijn. In 1843 vertrokken Pieter Holle en zijn vrouw Alexandrina Albertina van der Hucht met een familiegroep van tegen de dertig personen naar Java. Hij werd daar administrateur op het landgoed Bolang; maar al in 1844 kwam hij te overlijden.
Eveneens in 1843 vertrok Willem van der Hucht met zijn vrouw Sara Johanna Pen en hun drie zeer jonge dochtertjes naar Java; hij nam te Parakan Salak de exploitatie van een half theeland op zich. Zakelijk gezien werd de reis een succes, in persoonlijk opzicht een tragedie: in 1844-1845 overleden kort na elkaar zijn vrouw en twee van zijn kinderen. Alleen het oudste dochtertje bleef in leven.
Jan Pieter van der Hucht publiceerde in 1844 een ‘Betoog tot aanprijzing eener Kolonisatie van Nederlanders naar Java’, en later nog een ‘Beantwoording van tegen hetzelve gemaakte bedenkingen’. In 1845, nadat men bericht had ontvangen over de eerste, gunstige ervaringen van Willem van der Hucht, bracht Jan zijn plan zelf in praktijk door met zijn hele gezin van vrouw en acht kinderen, benevens het gezin van zijn zwager Dr. Pen met vrouw en drie kinderen, en bovendien nog de drie onder zijn hoede genomen freules Van Wijnbergen naar Java te gaan, om daar de andere helft van het theeland Parakan Salak te gaan exploiteren.