[16 augustus 1845
Missive van de Dir.-Generaal van Financiën aan de G.-G.]
* 16 augustus 1845
Missive van de Directeur-Generaal van Financiën aan de Gouverneur-Generaal. (Bescheiden 1900, blz. 70). Het stuk is daar ten onrechte gedagtekend: 26 augustus 1845.
No. 4793.
Bijlagen 5.
Batavia, den 16en Augustus 1845.
Aan Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal over Nederlandsch-Indië.
Kommissoriaal van den 25en Junij jl. La A. (renvooi).
Last, om te dienen van consideratiën en advies op eene missive van den Gouverneur van Sumatra's Westkust ddo. 11 Mei jl. No. 880, houdende aanbieding van een certificaat van ophouding van betaling, van den gewezen Kontroleur der 2e klasse aldaar E. Douwes Dekker, benevens twee staten aanwijzende zijn debet aan den Lande en aan particulieren.
Consideratiën en advies van den Directeur-Generaal van Financiën.
De Rapporteur verzoekt zich ten deze te mogen refereeren aan zijn rapport van den 10en December 1844 No. 29.
Op grond van de daarbij voorkomende overweging, moest in billijkheid het bepaalde bij art. 4 van het Besluit van den Gouverneur van Sumatra's Westkust ddo 22 Julij 1843, No. 1504, bedoeld bij besluit ddo. 23 October 1844 No. 5, als vervallen worden beschouwd, en wel uit aanmerking, dat de, naar de Padangsche Bovenlanden overgeplaatste Kontroleur van Natal, E. Douwes Dekker, vóór de ontvangst van opgemeld besluit zijne achterstallige administratie (mede oorzaak zijner verplaatsing) had bijgewerkt, en onmiddellijk na de overgave zijner betrekking te Natal, naar zijne nieuwe bestemming is vertrokken, zoodat er geene kwestie meer kon zijn van de betaling van slechts half tractement, hetwelk bepaaldelijk was toegekend, voor het in orde brengen zijner Natalsche administratie.
Als zoodanig schijnt deze zaak trouwens ook te Sumatra's Westkust te zijn beschouwd, vermits, blijkens de bij opgemeld rapport bedoelde missive van den Assistent-Resident van Padang ddo. 20 December 1843 No. 1706, alleen de omstandigheid, dat het door Dekker ingediend certificaat van ophouding van beta-