Volledige werken. Deel 8. Brieven en dokumenten uit de jaren 1820-1846

[21 februari 1845
Missive van de Alg. Rekenkamer aan de G.-G.]

* 21 februari 1845

Missive van de Algemene Rekenkamer aan de Gouverneur-Generaal (Bescheiden 1900, blz. 59)

No. 569/68.

Batavia, den 21en Februarij 1845.

Aan Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal over Nederlandsch-Indië.

De Ambtenaar op wachtgeld E. Douwes Dekker, is als gewezen kashouder te Natal, bij het dezerzijdsch besluit ddo. 29 October 1844 No. 44 door ons belast geworden met de somma van f2106.00 (Twee duizend Een honderd en zes gulden koper) uitmakende het verschil, tusschen het bedrag van eenen door hem

[p. 441]

op den 3en Mei 1843 aan den Geëmploijeerde van de Factorij der Nederlandsche Handel-Maatschappij te Natal afgegeven en bij 's Lands kas te Aijer-Bangies uitbetaalden wissel groot f8931.92 en het bedrag ad f6825.92 over dien wissel bij de kas te Natal door hem in ontvangst genomen; en hebben wij, wijders bij missive van den 29en October 1844 No. 3216/44, den Directeur-Generaal van Financiën van deze opgelegde belasting kennis gegeven, met verzoek voor de invordering daarvan wel het noodige te willen doen verrigten en voor den afloop de Algemeene Rekenkamer in wetenschap te stellen; sedert van deze aangelegenheid niets meer vernomen hebbende, nemen wij de vrijheid Uwe Excellentie hiervan naar aanleiding van het voorkomende bij art. 49 der bepalingen op het beheer van 's Lands-Geldmiddelen, Staatsblad 1831 No. 71, kennis te geven, met eerbiedig verzoek hierin wel eene beschikking te willen nemen.

De Algemeene Rekenkamer,

P.J. Stammler.

Ter ordonnantie van dezelve, De Secretaris,

Feugen.