[20 oktober 1844
Rekest van Dekker aan de G.-G.]
* 20 oktober 1844
Rekest van Dekker aan de Gouverneur-Generaal. (Bescheiden 1900, blz. 40)
De vermelde datum: 8 januari 1843, moet natuurlijk 8 januari 1844 zijn.
Aan Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië.
Geeft eerbiedig te kennen
Eduard Douwes Dekker, controleur 2e kl. voor den dienst ter Westkust van Sumatra.
Dat hij adressant na bij besluit van den Generaal-Majoor titulr. Civiel en Militair Gouverneur van gemelde kust dd 8 Januarij 1843, in zijne betrekking te zijn gesuspendeerd, als zoodanig een geruimen tijd op Padang heeft vertoefd;
dat hem nu onlangs door den Civiel en Militair Gouverneur voornoemd, in opvolging eener dispositie van Uwe Excellentie is vergund zich herwaarts te begeven;
dat de drukkende geldelijke ongelegenheid waarin adressant nu sedert 14 maanden zich bevindt, het voor denzelven wenschelijk maakt een spoedig einde te zien aan de zaak, die zijne suspentie en daarop gevolgde overkomst herwaarts hebben tengevolge gehad:
redenen waarom hij Uwe Excellentie eerbiediglijk is verzoekende:
1e. Hem adressant in de gelegenheid te stellen de op zijne administratie gevallene aanmerkingen zoo mogelijk uit den weg te ruimen, en
2e. In afwachting daarvan hem te willen stellen in het genot van wachtgeld.
Hetwelk doende enz.
Dekker.
Batavia, 20 October 1844.