No. 456.
1 Bijlaag.
Aijer Bangies, 15 December 1843.
Aan den Generaal Majoor, Civiel en Militair Gouverneur ter Westkust van Sumatra.
Het is mij eene onaangename taak Uhedg. te moeten berigten, dat men, geleid, door de aanmerkingen van de comptabiliteit, andermaal een misslag in de administratie van den controleur 2e klasse E. Douwes Dekker, ontdekt heeft, welligt grover en misdadiger dan alle zijne overige fouten te zamen genomen. Daaraan is het dan ook toe te schrijven dat de onderwerpelijke zaak niet dadelijk in het oog is gevallen, dewijl men althans destijds geen voorbedachtelijk bedrog en opzettelijke valschheid in genoemden ambtenaar konde veronderstellen. Hij heeft zich namelijk niet ontzien om op den 3n Mei ll. een wissel gequoteerd No. 9 op 's lands kas alhier af te geven, ten behoeve van den geemploijeerde van de Factorij der N.H.M. groot f8931.92 koper terwijl daarvoor bij zijne rekening slechts f6825.92 koper wordt ingenomen, waardoor mitsdien 's Lands kas met f2106 koper is benadeeld geworden.
De som van f8931.92 koper is door den geemploijeerde van de Factorij der N.H.M. te Natal op de volgende wijze gestort als:
Met het bedrag eener venduacceptatie, ten faveure der Factorij en ten laste van den vendumeester (tevens kashouder te Natal) groot |
f6825.92 |
Aan kontanten (uit den boedel van Soetan Salim ten behoeve der Factorij betaald) |
1056.- |
Nog aan kontanten en kleine verrekeningen |
1050.- |
|
_____ |
|
Te zamen |
f8931.92 koper |
De rekening van den controleur vd. is alsnu ter voors. zake met f2106 koper gedebiteerd geworden.
Verder neem ik de vrijheid Uhedg. hierneven aan te bieden eene opgave der wissels door genoemden ambtenaar tijdens zijne administratie te Natal op andere kassen getrokken met aantooning welke daarvan bij kas alhier zijn betaald geworden.
De Assistent-Resident,
A. v.d. Ven.