Van een en ander heb ik gisteren aan den Raad van Justitie kennis gegeven.
In de overtuiging dat alsnu de zuiverheid der zaak, voor zooverre dezelve mocht betwijfeld zijn, gebleken is, en in aanmerking genomen het gering bedrag dat er op den 9 November jl aan de bedoelde acceptatie nog onverantwoord bleef, neem ik beleefdelijk de vrijheid Uhedg. te verzoeken, alsnu mij van het discompteren van genoemde acceptatie te verschoonen. Dit toch zoude mij noodzaken alhier op Padang, waar ik onbekend ben, en nagenoeg geene connexien heb, verplichting te maken aan vreemden, hetgeen indien zulks eenigzins konde vermeden worden, immer stuitend blijft.
De Controleur 2e klasse,
Dekker.