Procesverbaal van de afgelegde verklaring door den Toeankoe Bezaar van Natal voor de ondergeteekenden wd. Assistent Resident van Aijer Bangies en den Controleur der 3 klasse te Natal op heden den veertienden October 1843.
De Toeankoe Bezaar van Natal verklaart op de daartoe gedane vragen het volgende:
Toen de Controleur E. Douwes Dekker het berigt ontving dat hij vervangen zoude worden, vervoegde hij zich tot mij met te kennen gave dat hij Gouvernements gelden gebezigd had, en verzoekende, dat ik hem ter restitutie daarvan f5000. koper zoude leenen.
Ik gaf hem daarop te kennen dat ik zoo veel geld niet bezat, waarop de Controleur hernam dat hij volstrekt het geld hebben moest en ik desnoods mijne goederen moest verkoopen of verpanden, of het geld bij de kooplieden op de Bazaar leenen.
Hierop verzamelden zich de Hoofden ten huize van den Controleur voornd. en in tegenwoordigheid van hen allen werd het voorschreven verzoek door den Controleur voornd. herhaald. De Hoofden (Dato's) verklaarden toen dat zij lieden niet genegen waren mij, ten behoeve van den Controleur te helpen, doch dat zij bereid waren, om voor zooveel zij vermogten, de schuld van Soetan Salim aan de Factorij te voldoen en dat alsdan de Controleur met den geemploijeerden zou kunnen overeenkomen, om hem uit die gelden eene leening te doen.
De Geemploijeerde schijnt hierin niet te hebben toegestemd, althans de Controleur voornoemd wendde zich nogmaals met bedreigingen en stampvoetende tot mij, met aandrang om zelfs tot mijne kleederen toe te verkoopen.
Nogmaals verklaarde ik dat mijn vermogen zulks niet toeliet, en toen noodzaakte hij mij om eenige vermogende lieden op de Bazaar ten zijnen huize te laten roepen waar aan ik voldeed, ook deze waren weigerachtig en dit was nogmaals eene reden voor den Controleur om mij met harde woorden te bejegenen.
Eindelijk verliet de Controleur mij en kort daarna ontving ik zijn berigt, dat hij niet afgelost zoude worden en dus geen geld behoefde.
Vervolgens schijnt de Controleur ander berigt te hebben beko-