Het is mij bewust dat mijn voorganger met bovengemeld College in correspondentie was, doch het is mij niet bekend op grond waarvan ik als agent der kamer moet optreden. Daar het echter in den aard der zaak ligt, heb ik nevensgaande missive in die kwaliteit onderteekend; verzoekende ik Uwedg. beleefdelijk indien hieromtrent geen misslag begaan is, dezelve door te zenden en in het tegenovergestelde geval mij wel te willen inlichten.
De C. 2e kl.
D.
Bijlage, bestemd voor de Wees- en Boedelkamer te Padang.
No. 156.
Bijlagen.
Een proces-verbaal
Natal, 18 Julij 1843.
Aan Heeren President en Leden der Wees en boedelkamer te Padang.
In opvolging van Art. 4 van de bij staatsblad 1818 no 72 gearresteerde Instructie van de Weeskamers in Nederlandsch-Indië, heb ik de Eer Uwedg hiernevens aantebieden proces-verbaal der Inventarisatie des boedels van wijlen den serjant-majoor voor memorie H.W. Hesselink alhier op den zeventienden Junij JL overleden.
De agent der Padangsche Wees en boedelkamer te Natal
Dekker.