door de Hoofden is aangenomen, te zorgen voor werklieden en dat de aanplant werkelijk geschiede, en zulks tegen f 80 zilver voorschot voor 1000 ranken.
Tot zoolang de aanplant vruchten draagt kan er dus geene kwestie zijn, van tegemoetkoming, moetende de Hoofden zorgen, dat de aanplant geschiede zonder onze verdere bemoeijenis, uitgezonderd de gedurige aanmaning en contrôle, die bij elke zaak met den inlander onvermijdelijk is.
Het was zeer wel vooruittezien bij de aanvang der onderneming, dat volgens de heerschende levenswijze, ieder planter niet gedurende 4 jaar van f80 bestaan kon. Twee keeren is, naar landsgebruik, padie geplant in de tuinen zelve, doch meerder mag dit niet geschieden. Het was dus zeer natuurlijk dat de Hoofden en de welgezetenen inwoners te Natal, op hunne kosten, het noodige levensonderhoud aan de werklieden moeten verstrekken, om reden waarvan, dan ook, bij genoemd artikel, speciaal is bepaald, dat zoude gezorgd worden: ‘het getal arbeiders volledig bleef en de aanplant met er daad geschiede.’
Wordt nu in het onderhoud der werklieden niet voorzien dan moet dit aan de Hoofden geweten en geensints door het bestuur en meerder uitgaven gekregen worden, maar wel door gedurig aansporen en altoos aanhouden, de Hoofden gedwongen worden, dat de aanplant geregeld voortga, in zooverre het saisoen en het beschikbaar getal stekken, zulks toelaat.
Wanneer wij eenmaal toegeven aan de eischen der inlanders op dat punt, zullen zij ons spoedig weten te dwingen, om altoos met betalingen en voorschotten voort te gaan, terwijl, zooals boven gezegd, die uitgaven voor rekening der Hoofden moeten komen. Men heeft Uedg misleid en getracht de verplichting die op de Hoofden rust, op ons over te brengen.
De onderneming van peperaanplant moet dienen, om de kultuur, die vroeger bestaan heeft, te doen herleven; daarop is de schikking gemaakt, als bij contract uitgedrukt - zonder veel kosten en vooral zonder de aannemer door te veel voorschot te bezwaren, moet dus de zaak met ernst en aandrang worden vervolgd en de Hoofden daarvoor verantwoordelijk gesteld.
Teneinde eenige aanmoediging te geven heb ik echter, te Panaragan toegezegd, om wanneer de helft der gecontracteerde aanplant