[20 maart 1843
Missive van Weddik inzake zoutpakhuis]
* 20 maart 1843
Missive van Resident Weddik aan Dekker, in antwoord op diens niet teruggevonden schrijven van 16 maart. (Bescheiden 1910, blz. 74)
No. 336/61.
Aijerbangies, 20 Maart 1843.
Aan den controleur der 2e klasse te Natal.
Omtrent het punt waarover handelt uwe missive van den 16 dezer no. 129 refereer ik mij aan het dezerzijdsch schrijven van den 6 bevorens No. 273/61.
Voor zoo veel noodig noteer ik hier, dat dezerzijdsch is voorgesteld, om bij het zoutverkooppakhuis te Natal, twee vaste koelies, in dienst te stellen. Reeds vroeger is echter een dergelijk voorstel gedifficulteerd en zoo lang dien aangaande niet nader wordt beschikt, kunnen geene vaste uitgaven te dezer zake worden gevalideerd.
Met betrekking tot den klerk Hesselink refereer ik mij aan mijne missive van den 12 dezer No. 292/31 terwijl ik Ueg: in 't algemeen moet opmerken dat in het belang van de dienst, de tijd tot Uw gend: schrijven besteedt, met meer nut aan het toezigt in het zoutverkooppakhuis zoude zijn aangewend.
De Resident
A.L. Weddik.