[15 maart 1843
Missive van Dekker aan Weddik inzake prauwhuur]
* 15 maart 1843
Missive van Dekker aan Resident Weddik inzake prauwhuur.
(Bescheiden 1910, blz. 77)
Volgens Gouvernementsbesluit van 9 september 1841 no. 2 mocht voor prauwhuur van 1 koijang naar de rede en terug ten hoogste f 3. - worden berekend.
No. 131.
Bijlagen Geene
Natal, 15 Maart 1843.
Resident Aijer Bangie.
Ter beantwoording van Uwedg: missive van den 8 dezer no. 277/61, heb ik de Eer te dienen dat hoewel bij Gouvernements besluit van den 9 Septr. 1841 no. 2 bepaald is dat voor eene togt naar de reede voor een praauw kollek ladende 1 koijang slechts f3 zoude kunnen worden gevalideerd, dit besluit op de onderhavige zaak niet van algeheele toepassing is.
De Wangkang Kim hy Aphien grooter zijnde dan de vaartuigen welke hier gewoonlijk de reede aandoen, konde zich niet zoo nabij de monding der rivier eene legplaats kiezen, als met kleinere vaartuigen het geval is; De eigenaars van de twee hier aanwezige praauwen kollek waren geenzins genegen om voor de gewone vracht van f3 eene lading zout te halen uit een vaartuig dat zeer nabij Oedjong Kara Kara lag.
Ik geloof geen regt te hebben de eigenaars van de praauwen kollek in de vrije beschikking over hun eigendom te kort te doen en hen tot gedwongen dienst te constringeren, en moest dus door hoogere betaling hun den voorslag aannemelijk maken om het zout uit meermelde Wangkang te lossen. Sterke branding maakte de praauwvoerders tevens huiverig voor de risico dat het zout konde nat worden en voor de daaruit van hen te vorderen vergoeding.
Een en ander zal hoop ik voldoende wezen Uwedg van de noodwendigheid der meerdere uitgaven te dezer zake te overtuigen. Ik neem diensvolgens de vrijheid Uwedg nogmaals te verzoeken wel te willen goedkeuren de meerdere uitgave van f65 koper voor het lossen van 25 koijangs zout uit de Wangkang Kim Hy Aphien gezagvoerder Lim Kiang Seng.
De C. 2e kl
D.