[13 maart 1843
Missive van Dekker van Weddik inzake scheepspapieren]
* 13 maart 1843
Missive van Dekker aan Resident Weddik inzake scheepspapieren. (Bescheiden 1910, blz. 46)
De in de brief vermelde stukken zijn niet teruggevonden. Het woord ‘zijnde’ is een verbetering uit de schrijf- of drukfout ‘zoude’
No. 127
Bijlagen diverse
Natal, 13 Maart 1843.
Resident A Bangie
Ik heb de Eer Uwedg onder terugzending der mij bij Uwedg appostillaire dispositien respectievelijk van den 21 Januarij en 19 februarij JL nos 100/24 en 196/24 gezondene stukken, en in gelijktijdige voldoening aan den inhoud derzelve, de twee daarbij verlangde Certificaten aan te bieden, zijnde overigens van het in genoemde stukken vermelde, dezerzijds de vereischte nota genomen.
Het is mij niet bewust dat den Chinezen Tjoe ling Siang en Loë Ehe immer eenig bewijsstuk is geweigerd geworden; doch al ware zulks het geval, dan nog zoude eene dergelijke misslag (het volslagen gebrek aan personeel hier ter plaatse in aanmerking genomen) mij niet de minste verwondering baren; niet iederen gezagvoerder toch van vertrekkende vaartuigen, die ten mijnen kantore de benoodigde scheepspapieren afhalen kan ik zelve te woord staan, en ligtelijk wordt eene geheel buiten mijn weten gedane weigering tot het afgeven van een of ander door den betrokkene geheel ten onregte aan mij toegeschreven.
Ik heb ter voorkoming van dergelijke omissien voor den vervolge het noodige gedaan.
De C. 2e kl
D.