[2 maart 1843
Missive van Dekker aan Weddik inzake zoutmeting]
* 2 maart 1843
Missive van Dekker aan Resident Weddik inzake zoutmeting. (Bescheiden 1910, blz. 75)
No. 110
Bijlagen Geene
Natal, 2 Maart 1843.
Resident Aijer Bangie.
Het factuur Zout groot 25 Koijangs, alhier aangebragt p de praauw Wankang Kim-hij-aphien gezagvoerder Go Kiangseng is alhier uitgeleverd met 23 Koijangs en 3 picols, en derhalve met eene minderheid boven de toegestane spillage van 4 ½ picol, waarvan het geldswaardig bedrag van de vrachtrekening des overvaarders is afgehouden.
Het proces verbaal van uitlevering der gemelde lading kan ik Uwedg als nog niet aanbieden, dewijl hetzelve nog niet door den gezagvoerder der wankang geteekend is kunnen worden. Toen het lossen van het Zout, dat met de gebrekkige mij ten dienste staande hulpmiddelen noodwendig zeer langzaam gegaan was, een einde had genomen veroorzaakte de tegenwoordigheid van den Kolonel Gouverneur dezer kust, mij andere bezigheden, welke te weeg bragten dat de Processen verbaal nog niet geschreven waren. De chinees Go Kiangseng was tegen des zelfs zin met bedoeld transport belast, en terzake daarvan reeds een geruime tijd zoo te Aijer Bangie als hier opgehouden; De billijkheid eischte dat ik denzelven zoo spoedig mogelijk zijne reis liet voortzetten, onder gehoudenis om bij terugkeer van Tappanolie de processen verbaal te teekenen.
Dat de genoemde Chinees met de uitlevering zooals ik dezelve hierboven opgaf instemt, blijkt voorloopig daaruit dat hij genoegen heeft genomen in de korting van f27. - koper voor de boven de toegestane spillage, tekort komende 4 ½ picol.
Zonder van het grievende te gewagen dat er voor mij in gelegen lag door eenen Inlandschen schrijver van den pakhuismeester te Aijer Bangie te worden gecontroleerd, zal ik mij bepalen tot het vermelden der maatregelen die mijnerzijds genomen zijn om van den goeden gang der zaken alhier te doen blijken.
Terstond na het ontvangen van Uwedgestr. missive van den 7 februarij 1843 no. 19, heb ik mij gewend tot den militairen kommandant alhier, met het verzoek om indien daartoe de