[28 februari 1843
Missive van Dekker aan Weddik inzake het zoutpakhuis]
* 28 februari 1843
Missive van Dekker aan Resident Weddik inzake toezicht over het zoutpakhuis. (Bescheiden 1910, blz. 72) De bijgevoegde kasrekeningen zijn niet teruggevonden.
No. 107.
Bijlagen Geene
Natal, 28 februarij 1843.
Resident Aijer Bangie.
Het is Uwedgestr. bekend dat het toezigt over het pakhuis en den Verkoop van Zout alhier sedert verscheidene jaren aan den Niasser Si Bidjoe is opgedragen en dat die maatregel immer nuttig en niet te vermijden geweest is;
Het is mijne taak niet hier te onderzoeken waaruit mijne voorgangers de gelden tot bezoldiging van genoemden Si Bidjoe hebben kunnen vinden, doch dit is zeker dat mijne middelen eene maandelijksche betaling van f20. - half Zr niet gedoogen. Ik heb derhalve, wetende dat er bij de begrooting geene gelden voor bedoeld einde waren toegestaan, de voormelde f20. - op de staten van Ongeautoriseerde uitgaven gebragt, doch zie uit de aanmerkingen op mijn kas Rekeningen over December en Januarij dat gemelde in uitgaafstelling niet kan worden gevalideerd en dat derhalve telkenmale het saldo mijner kas met f10 Zr en f10 Koper moet worden vermeerderd.
Ik heb niettemin de vrijheid genomen ook over februarij deze f20. - eveneens als ongeautoriseerde uitgaaf op te brengen.
Ik vertrouw dat Uwedgestrenge beter dan ik zulks kan betoogen, van de noodwendigheid dezer uitgaaf zult overtuigd wezen en bepaal mij derhalve tot het eerbiedig verzoek: