Volledige werken. Deel 8. Brieven en dokumenten uit de jaren 1820-1846
(1954)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
No. 105 Natal, 20 februarij 1843. Aan den Resident van Aijer Bangie De Inlandsche Hoofden dezer plaats hebben mij na het gedwongen vertrek van Soetan Salim eenpariglijk het verzoek gedaan hen te assisteren in het opmaken en doorzenden eener namens hen aan den Heer Gouverneur dezer kust gerigte missive, waarin Zijlieden op eene onderdanige en gepaste wijze als hunnen wensch te kennen geven dat Soetan Salim ter zake van de c.q. in de zaak van Si Pamaga begane misslag met verschooning moge worden behandeld. Ik heb in gemoede vermeend hun dit verzoek niet te mogen afslaan, behoudens echter de voorzorg om gemeld verzoekschrift aan Uwedg aan te bieden, teneinde Uwedg hieromtrent naar goedvinden zoudt kunnen ageren; Ja heb dit te meer noodig geacht daar eene enkele in opgemeld verzoekschrift voorkomende zinsnede mij onbegrijpelijk en ongeloofbaar voorkomt; weshalve ik de vrijheid heb genomen aan den voet van het stuk te doen constateren dat hetzelve wat den inhoud aangaat niet ter mijner verantwoording kan worden genomen, verzoekende ik derhalve Uwedgestr. dringend gemelde aan den Heer Gouverneur gerigte missive als van de Hoofden van Natal en niet van mij afkomstig te willen beschouwen. De Contr. D. |
|