[3 februari 1843
Missive van Dekker aan Godin inzake vrijheidsberoving]
* 3 februari 1843
Missive van Dekker aan Controleur derde klasse Godin inzake vrijheidsberoving van een radja. (Bescheiden 1910, blz. 31)
No. 27.
Natal, 3 Februarij 1843.
Controleur 3e kl: te pitjer kolling.
Soetan kabidoen, een der anak radja tevens handelaar alhier, heeft mij te kennen gegeven dat een zekere Radja menaloean van Battamoendam die op het oogenblik zich in het Ankolasche ophoudt, aldaar door eenige hoofden met geweld wordt verhinderd in zijn voornemen om naar Battamoendam terug te keren; hoewel het gegronde of ongegronde van dezen dwang, alsmede de waarheid van het voorgegevene alsnog niet kunnende beoordeelen, geloof ik echter dat het in het belang der crediteuren van Radja menaloean (waaronder ook genoemde Soetan kabidoen) wenschelijk zoude zijn indien men genen ongehinderd naar zijne woonplaats vertrekken liet. Ik ben zoo vrij Uwedg van deze zaak kennis te geven met beleefd verzoek gemelde Radja menaloean, indien daartegen bij Uwedg geen bedenkingen bestaan, in zijn voornemen om naar Battamoendam terug te gaan behulpzaam te wezen.
De Contr. 2 kl
D.