[9 januari 1843
Missive van de Ass.-Res. van Mandheling inzake godsdienst]
* 9 januari 1843
Missive van de Assistent-Resident van Mandheling aan Dekker, in antwoord op diens schrijven van 25 december 1842. (Bescheiden 1910, blz. 27. Fragment)
Anak boea: opgezetene, onderhorige.
Het Islamismus heeft onder deze bevolking nog geene wortels hoegenaamd geschoten: noch mosqués noch instellingen van openbare godsvereering worden hier gevonden. Zoo al een enkel anak boea, door reizen of vroegere oorlogen genoegzaam met den mahomedaan in aanraking is gekomen, om eenige praktijken en begrippen van diens leer over te nemen, dobbert nog de massa tusschen de leer van ai Batta en volslagene onverschilligheid op het stuk van Godsdienst. Slechts eenige geslachten, die op een hooger maatschappelijk standpunt staan, van Maleidsche, of andere zuidelijke niet Battaksche geslachten afstammen, hebben steeds het uiterlijk van de mahomedaansche godsdienst behouden.