Indien ik langer met het Inlandsch bestuur ware gechargeerd geweest, en derhalve gerekend konde worden dieper inzigt te bezitten in de den Inlander betreffende aangelegenheden, zoude ik de ontvangene inlichtingen als voldoende beschouwende, van deze zaak geen melding maken, en daarop niet verder attenderen; doch het bewustzijn mijner onervarenheid, en het mij uit het archief alhier gebleken verband, tusschen de mandhelingsche- en natalsche zaken, doen mij de vrijheid nemen, Uweleg. lastig te vallen met het verzoek mij wel te willen doen weten, of er in het mandelingsche eenen dergelijken maatregel is in het werk gesteld of aan Uweledg. ter sanctie voorgedragen.
Als causa movens van den in te voeren dwang wordt mij opgegeven dat de bevolking van Natal door mindere genegenheid of achting voor den tegenwoordigen hoofdpriester en ter zake van eenige met denzelven gerezen geschillen zich sedert eenigen tijd niet ter kerke begeeft, zoodat het getal aanwezenden nimmer de tot het plegtig gebed vereischte hoeveelheid van vier en veertig personen bedragende, de godsdienst oefening zelden geregeld en naar eisch kon worden waargenomen; zoudende derhalve indien dit voorgeven niet geveinsd is, het gedwongen gebed niet in het minste verband staan, met opruijing en politieke roeringen.
Ik neem beleefdelijk de vrijheid mij voor een eenigzins spoedig antwoord bij Uweleg. aan te bevelen.
De Controleur 2 klasse
D.