Van Fancy
(Eerste deel ontbreekt)
...M'n vader heeft makkelyk profeteren. Hy zelf maakt wáár wat-i voorspeld heeft. Toen de Atlantis uit de korst van uw bolletje spatte...
Gylieden daar beneden meent, geloof ik, dat het ding verzonken is? O, neen, 't is opgevlogen en warrelt rond, en 't kan wel zyn dat gy 't eenmaal terugkrygt. Ik herinner me dat geval heel levendig. Wat 'n schok, wat 'n bons, wat 'n spektakel! En Vader zei: ‘help nu eens kyken, wat 'n getob ze zullen hebben om Amerika terug te vinden.’ Nu, dat is waar geworden. We kregen er medelyden mee, en 't heeft heel wat overleg gekost om 'n Columbus samen te stellen die bruikbaar was voor 't doel. Gy mensen weet niet hoe moeilyk het is, 'n mens te maken waar wat áán is. De voorbereiding is heel omslachtig. Billioenen voorouders moeten zó worden uitgekozen en by-een gebracht dat de vochtmenging, de hersens, de omstandigheden... och, m'nheer de Uitgever, 't is zo moeilyk. Vooral voor mama. Want m'n vader... nu, die neemt het makkelyk op. Hy laat alles z'n natuurlyken gang gaan.
Voor wy 'n bruikbaren Columbus klaar hadden, leden onze pogingen herhaaldelyk schipbreuk. 't Hielp niet of wy aziatische stammen derwaarts zonden, of wy herhaaldelyk den weg lieten wyzen door Yslanders, 't moest worden zoals m'n vader gezegd had: 'n lastige tobbery! En toen Columbus eindelyk 'n beetje bruikbaar was, was er nog 'n schelmstukje nodig om hem er heen te krygen. M'n moeder moest hem influisteren dat daar ergens in 't westen 'n brok van Indië lag! Hy ging er goedmoedig op los. Wat we gelachen hebben toen die bisschop hem voorspelde dat-i van de aarde zou vallen als-i over den rand kwam! Dat was in die dagen theologische waarheid.
Als ik nu nog meer schryf, jaag ik mezelf op dubbel port. Alzo veel groeten van de familie en wacht U voor sonnetten.