1268c.
Hoe dit zy, de oude letterman die de specialiteit beoefende, griekse blyspelen geschikt te maken voor de opvoering te Rome, verontschuldigde zich. De curieuze ontdekking dat men eerst dan iets betekende, wanneer men niet oorspronkelyk was, moest nog gedaan worden. Bovendien, de ouden waren iets ryker dan wy in gebrek aan modellige voorbeelden, en werden - op weinig uitzonderingen na, die bovendien van 'n anderen aard zyn - niet tot het aanbiddend vereren van die voorbeelden opgeleid en afgericht. Te onzent straalt er van de duizelingwekkende heerlykheid der griekse en latynse grammatika altyd iets af op de schryvers die by deze schoolstudiën behandeld worden. Zeer wel weet ik dat hieruit tegelykertyd 'n verschynsel voortvloeit dat zeer weinig op verering gelykt, namelyk: tegenzin in 't klassieke (866-872, 1053), maar deze tegenzin sluit het blind vereren niet uit. De verveling die oude schryvers, op zulke wijze behandeld, den knaap inboezemen, heeft dit met andere erediensten gemeen, dat ze 't gemoed in ketenen slaat, en meewerkt tot versterking van 't al te nederig vooroordeel: ‘wat ik begrypen kan, is zeker niet veel byzonders.’ De voortreffelykheid van sommige stukken uit de Oudheid, wordt door zeer velen slechts beaamd omdat ze zich niet in staat voelen de waarde daarvan te beseffen, en zich nooit leerden ontslaan van den kathedralen indruk dien ze van de eerste kennismaking opvingen. Op verreweg de meesten van dezulken is van toepassing wat ik in 1104-1106 zeide over gebrek aan beoefening van 't klassieke. Het niet-bestuderen van oude auteurs is 'n fout. Ten eerste omdat men zeer dikwyls ook van hen leren kan hoe men niet behoort te schryven (58) en vervolgens omdat zy 'n belangryke plaats innemen in de geschiedenis der algenene ontwikkeling. Voorgangers zyn ze slechts in chronologisch-historischen zin, en leermeesters voorzover
we hun arbeid gebruiken als onderwerp van vry oordelende studie. Maar bruikbare voorbeelden, modellen, leveren ons die Ouden niet, en dit zou de waarheid blyven, al ware alles wat ze ons nalieten, uitstekend.