1157.
- Gut, hoe gek toch, dat al die mensen daar zo heen-en-weer dringen, zonder zelf te weten waarom, zeide hy.
- Och, ze hebben plezier in 't zingen en joelen, en in de voetzoekers... kyk, daar vliegt er weer een, paf!
Klik-klak! antwoordde 'n zevenklapper die z'n domicilie koos tussen 'n troep meisjes. Het gezelschap vloog met vermakelyken schrik uit elkaar. Wel zeker, voor wat anders waren die meiskes daar?
- Al dat volk is dronken, zei juffrouw Laps, en ik wou dat ze naar huis gingen. Ik begin slaap te krygen... 't is twee uur in den nacht, weet je!
- Och, nog 'n ogenblikje! verzocht Wouter. Ik heb geen slaap. Volstrekt niet! heus niet!
Hy begon weer angstig te worden voor haar vriendschap, en hoopte onwillekeurig dat uitstel hem de bondgenootschap van 't onverwachte brengen zou.
- Ik ben maar zo bang, m'n lieveling, dat je kou vat aan 't venster. Dát is het maar! Want de nachtlucht, zie je, na zo'n heten dag...
Volgt: al de bekende burgerlui's-praatjes over nachtlucht, ver-