1124.
Het aantal gebeurtenissen die door de natuur der dingen voortdurend worden geworpen in den vergaarbak van het leven, is niet alleen zéér groot maar zelfs by wyze van spreken oneindig.
Dit is ook daar van volle toepassing, waar we - gelyk met onzen Wouter tot-nog-toe 't geval was - slechts te doen hebben met 'n betrekkelyk gering aantal gegevens. Hoe weinig ook in getal, hoe onaanzienlyk in schynbare betekenis en strekking, by gunstige ontwikkeling bevatten zy ruimte en stof tot het veroorzaken van billioenen gebeurlykheden.
Is 't dus wonderlyk, of zelfs vreemd, dat nu-en-dan 'n paar daarvan, ja... drie, vier, of al waren 't méér, in één vakje vielen? Dat ze zich samendrongen in 't verloop van slechts 'n halve week? De onbeduidendheid die tot-nog-toe het doorgaand kenmerk was geweest van z'n levensloopje, had recht op wat rust. En, omgekeerd, het vreemde drong aan op verevening van achterstand.
Toch misschien lag niet in deze behoefte aan herstel van evenwicht alleen, de oorzaak van de serie der gebeurtenissen die Wouters leven beroerden gedurende de laatste halfweek zyner ambteloosheid tussen twee ‘handels’ in.
Een tweede verklaring namelyk van 't hier bedoeld samenscholen der aandoeningen - onverspreide hagelkorrels die zich verenigen tot kogel! - kan getrokken worden uit de homogeniteit van de gegevens.
We dachten zo-even alle by-oorzaken die de wiskunstige zuiverheid der kans konden vervalsen, gemakshalve weg. En by behandeling van 'n rekenkunstig vraagstuk zou dit wegdenken dan ook geoorloofd zyn.
Maar op 't bonte levensveld bestaat nauwe verwantschap tussen