1081.
Het plan om in den handel te gaan, lachte Wouter toe. Misschien wel omdat-i niet recht wist wat het was.
Hy vroeg 't aan Stoffel.
- Wel, begryp je dát nu alweer niet? ‘In den handel’ beduidt zoveel als... koopman worden.
- Maar... wát moet ik dan verkopen? En hoe kan ik weten wat de mensen nodig hebben?
- Och, je moet je dit nu niet zó voorstellen alsof je langs de huizen liep met 'n pak koopgoed, en overal moest aanschellen om te vragen of iemand wat van je hebben wil. Je bent en blyft toch altyd even dom. ‘In den handel’ zie je, beduidt zoveel als...
Stoffel begon te hakkelen. Hy was de eerste niet die over 'n definitie struikelt, en zal de laatste niet wezen. Maar weinigen hebben by zulke gelegenheden terstond 'n bondgenoot by de hand, die hen zo flink uit den nood helpt als hier geschiedde.
- Hoe kan je toch altyd zo dwarsdryven, Wouter! riep juffrouw Pieterse. Daar heeft nu Stoffel je de zaak zo duidelyk uitgelegd, en je houdt je weer net of je 'r niks van begrypt. Wie ter-wereld heeft je toch gezegd dat je langs de deuren lopen zou met 'n pak op je rug, als 'n oliekoop of 'n mersan de la perreplu? Heb ik je daartoe opgebracht, en je de eerste van je school laten worden? Je bent 'n ondankbaar kind. Wat helpt het nu of je al zoveel weet, en mooie trekletters zetten kan, als je telkens je moeder zo veraffrenteert!
Lezers die op rechtvaardigheid gesteld zyn, zullen 't vreemd vinden - en onbillyk misschien - dat Wouter hier begraven werd