misschien... in de Engelse archieven. Maar die kennen we niet, of slechts zeer gebrekkig.
‘Niet eenerlei waren egter de redenen, die deeze edelen hadden, om op den Graave misnoegd te zyn. Jan, neef van Gerard Van Velzen, was, om eenen manslag aan eenen met wien hy verzoend was begaan, volgens een Vonnis des Graaven, te Leiden onthalsd.’
We zagen reeds dat de auteur dien Neef tot Broeder maakte. Dit houd ik voor geoorloofd. Minder fraai is 't, dat hy de door Jan van Velzen verslagen persoon tot 'n ‘boer’ degradeert. Met boeren behoefde 'n edelman zich niet te verzoenen. Doch ook dit is van ondergeschikt belang. Ik zoek naar waarheid in de schildering van Floris' omgeving, en van z'n verstandhouding met dat ‘Hof’.
‘En hierin - d.i. in die terechtstelling van z'n neef - meende Gerard reden van misnoegen tegen den Graave te konnen vinden: waarby, zo anders het gemeen gevoelen grond heeft, nog kwam, dat de Graaf, die waarlyk genegen tot de vrouwen was, Velzens Huisvrouw, een dogter van Herman van Woerden, schandelyk verkragt had: 't welk Velzen, zo 't gebeurd is, met meer regt, tegen den Graave ontsteken moest.’
Dit wat den vriendschapsband met Velzen en Woerden aangaat! Wat zyn we ver van kuisheid, gemoedelykheid en discretie! Maar er is meer!
‘Gysbrecht van Amstel hadt verscheiden' jaaren in 's Graaven gevangenis versleeten.’
Zulke ervaringen zyn, dunkt me, geschikter om kennis dan om vriendschap te maken.
‘Aan Herman van Woerden was, door 's Graaven toedoen, 't Land ontzeid.’
Opmerking als voren.
‘Beiden - d.i. Amstel en Woerden - waren niet dan op harde voorwaarden...
In 't Bilderdykiaans zou dat zeker “vriendschapsstof” moeten heten.
...met hem verzoend. En schoon zy, zowel als Velzen, die met Floris opgevoed was, tot 's Graaven Raaden verheeven waren, en, naar 't gebruik dier tyden 's Graaven kleederen droegen,