Dát woord sprak ze niet! In plaats daarvan spuwde zy Tigellinus in 't gezicht, en zeide...
Nietwaar, lezer, de naam van zo'n heldenmoedig meisje verdiende op aller lippen te zweven, als er spraak is van de weinigen die van tyd tot tyd de zwaar gekrenkte eer der Mensheid wisten te bewaren voor algehelen ondergang? En 't doet u leed, nietwaar, dien eerbiedwaardigen naam... vergeten te hebben - of nooit gekend misschien! - en my alzo de ‘discretie’ schuldig te zyn, voor 't verliezen van de weddingschap... als ge die aangingt?
En wilt ge nu weten waarom ge dien naam niet kende?
Pythias - zo heette zy - was slechts verheven, en vergat ‘fatsoenlyk’ te zyn op haar pynbank! Haar deugd was de geschiedschryvers van 't Menselyk Geslacht niet fyn genoeg, omdat ze...
Ziehier wat ze zeide...
Tacitus verhaalt het in 't latyn, Hooft in 't Hollands. En ik...
Och, 't zou zo jammer zyn, als men hier m'n Ideeën toesloeg, omdat ik den moed had een uitdrukking te herhalen, die op zo forse wyze getuigenis gaf van een edel hart.
Maar... fatsoenlyk was ze niet, de heerlyke Pythias!
Hooft veroorlooft zich 't woord te noemen dat ze sprak, en ik... ik durf niet.
We zullen dus in de taal van Tacitus... wel zeker:
le grec et le latin bravent l'honnêteté!
Maar... is ook die taal wel klassiek genoeg, d.i. naar de hedendaagse mode wel voldoend onverstaanbaar?
't Is voorzichtiger Tacitus te laten varen, en onze deftigheid te zoeken in 't Grieks.
Ziehier dan! Maar ik waarschuw den lezer: haal er geen knappe kinderen by. Liever 'n volwassen dominee. (83)
Μόνη δ᾽ἡ Πνθιὰς ὀύ τέ τί ϰατεψεύσατο ὰυτῆς, ϰαίπερ πιϰρότατα βασανισθεῖσα, ϰαὶ τέλος ὡς ὁ Τιγελλῖνοσ ἐνέϰειτο ἀυτῇ, προσέπτυσε τέ ἀυτῷ ϰαἱ ἐῖπε, Καθαρώτερον, ὦ Τιγελλῖνε, τὸ ἀιδοῖον ἡ δέσποιναμού τοῦ σοῦ σώματος ἔχει. Of de grootmoedige martelares ook beboet zou moeten worden wegens vergryp tegen den goeden smaak?
‘Ik had haar graag aan 't hart gesloten!’ (Tollens)