Talent
‘Talent, talent - daaraan ontbreekt 't, talent, styl, smaak, phantasie! Néén, Rousseau - gy waart niet zoveel moediger dan anderen toen gy uw Confessions in 't licht gaaft. Duizenden zouden te biecht durven gaan als gy - maar... 't talent!
Neen, Multatuli - gy moet Publiek niet zo verachten. Publiek is zo slecht niet. Publiek is meer onmondig en onmachtig dan onwillig. Duizenden in Holland gevoelen met U, sympathiseren met U, zouden mét U willen spreken, donderen, spotten, schreien, bliksemschichten slingeren tegen al wat er lafs en laags is in Politiek en Burgerlyk leven - maar 't talent!’