redaktie aan den correspondent die 't verhaal levert van de feestelykheden in X. by de herdenking van den dag waarop m'nheer Y. twintig jaar geleden z'n funktiën aanvaardde: zes regels kopie. We zyn overtuigd van de graagte waarmee 'n ganse kolom wordt gevuld met de mededeling van zeker gesprek, dat zekere heer met zekeren prins hield, opgeluisterd met de toelichting der meningen van andere heren en prinsen - nog 'n kolom! - aangevuld met de verzekering dat bedoeld gesprek nooit plaats had: drie regels kopie, niet zonder hoop op tien nieuwe regels in 'n volgend nummer, waarin men zal kunnen betogen dat er wel hier-of-daar iets gesproken is, maar...
Genoeg! Wy weten wat 'n krant is.
Is 't nu niet vreemd, lezers, of zou 't, zonder de luiheid die ik aanhaalde als mede-oorzaak van 't zwygen, niet vreemd zyn, dat men by zoveel honger naar voedsel, een gunstige gelegenheid versmaadde z'n kolommen vol te zetten? Ik kan den ‘Schager’ - en anderen! - verzekeren dat ze goede zaken maken zouden, door 't aanhouden van een dagelykse rubriek: lyst der blyken van Multatuli's ‘onnauwkeurige kennis van zaken’.
Maar... daartoe zou arbeid nodig zyn, onderzoek, studie. Men zou zich moeten getroosten te werken, als ik. Dat is: met inspanning, onvermoeid, in 't zweet zyns aanschyns. Dit willen de heren niet. De luiheid blykt nog groter dan de lust my te grieven.
Maar wel komt die lust voor den dag, als 't geschieden kan zonder moeite, en hiervan geeft ons die ‘Schager’ een aardig voorbeeld. Het juiste fabriekmerk van dat krantje ken ik niet. Ik gis dat het iets als liberaal, zeer liberaal, of zelfs radikaal moet beduiden. Anders toch ware 't niet overeen te brengen met den bekenden eis van 't métier, iemand als Feringa te pryzen, die - om slechts één ding te noemen, evenals ik - alle godsdienst beschouwt als nadelig voor vooruitgang. Maar... om z'n werk behoorlyk te pryzen - dat is, om met de notarissen te spreken: onder opgaaf der redenen van wetenschap - zou men 't moeten lezen, analyseren, beoordelen. Dit is lastiger dan 't relateren der feestviering van zo'n jubilaris, dan 't uitweiden over 'n byna gebeurd ongeluk. Bovendien, er zou enige kunde nodig zyn, en men weet nu eenmaal...
Om nu én luiheid, én onkunde te bedekken, citeert referent 'n