Volledige werken. Deel 5. Millioenenstudiën. Divagatiën over zeker soort van liberalismus. Nog eens: vrye arbeid in Nederlands-Indië. Duizend-en-enige hoofdstukken over specialiteiten. Brief aan den Koning
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 636]
| |
Voorbericht voor den tweeden druk‘Het doet me groot genoegen dat er van dit werkje 'n tweede druk gevraagd wordt. En, ronduit gezegd, het viel me tegen dat die niet sedert lang nodig was. 't Zal me waarlyk 'n grote voldoening wezen als deze uitgaaf wat spoediger uitgeput raakt dan de eerste, want - zo onbescheiden als men wil, maar heel oprecht - ik geloof met zekeren my onbekenden recensent in den Spectator, dat er uit deze studie over Specialiteiten wel iets zou te leren vallen voor Volksvertegenwoordigers, Kiezers en... sommige anderen.’ Bovenstaande regelen maakten in 't najaar van 1875 den hoofdinhoud uit van het Voorbericht waarmee deze tweede druk van m'n opstel over Specialiteiten in 't licht verschynen zou. Velerlei verdrietige omstandigheden maakten my het afwerken der in datzelfde Voorbericht toegezegde ‘Noten’ tot nog toe onmogelyk. Bovendien werd me van vele zyden onder 't oog gebracht dat het voor de kopers van den eersten druk myner werken niet aangenaam is, de volgende uitgaven daarvan al te zeer uitgebreid te zien. Na vriendschappelyk overleg met m'n uitgever, verschynt nu deze tweede druk zónder die noten, en - op weinige min belangryke uitzonderingen na - onveranderd.Ga naar voetnoot* De toelichtingen die me | |
[pagina 637]
| |
geschikt voorkomen tot verdere staving van de juistheid der hoofddenkbeelden waaraan dit werkje z'n oorsprong te danken heeft, zullen zo spoedig mogelyk afzonderlyk worden uitgegeven. Het is my onmogelyk dit berichtje te sluiten, zonder melding te maken van de echt-humane wyze, waarop ik in deze zaak door den heer Waltman behandeld werd. Met zachtmoedig geduld droeg hy den last en de schade die myn gedurig uitstellen hem berokkenden, zonder ooit de verdrietelykheden die van dat dralen oorzaak waren, te vermeerderen door afdoening te vorderen op 'n wyze als waartoe hy van zyn standpunt volkomen gerechtigd zou geweest zyn. Hartelyk dank!
Wiesbaden, Oktober 1878 Multatuli |
|