teerd onder slechts negen en twintig nummers, hetgeen de verwyzing naar een op zichzelf staande opmerking zeer lastig maakte. Het noemen der pagina baatte niet altyd, omdat ik me soms veroorloof - wel enigszins in afwyking der heersende litterarische gewoonte - aan meer dan één denkbeeld plaats te geven op dezelfde bladzy.
Hoe dit wezen moog, ik heb 't aantal nummers vermeerderd, zodat nu deze derde bundel instede van met 569, eindigt met 928. Of deze splitsing nauwkeurig uitviel, en steeds beantwoordde aan den eis der behandelde zaken, is te betwyfelen. Doch men houde in 't oog dat de zaak alleen neerkwam op 't gemakkelyker aanwyzen van 'n passus, en dit doel is bereikt, of... nagenoeg, want ik had verder moeten gaan, en méér zinsneden stempelen tot citablen tekst, tot aspirant-spreekwoord. (281) By de korrektie bleek me dat m'n verandering niet radikaal genoeg was, maar ik voelde my nu eenmaal gebonden aan den wens om ‘uit te komen’ daar ik tussen den vyfden en zesden bundel 'n gaping had gelaten van 'n driehonderdtal nummers, die wel moesten aangevuld, doch niet overschreden mochten worden. De hierdoor verkregen ruimte was te nauw. Om daarvan één voorbeeld te geven, ik geloof dat uitdrukkingen als byv. deze, op blz. 319:
Profeten maakten School,
Doch geen profetenschool bracht Zieners voort.
op zichzelf hadden moeten staan. Zo zyn er meer. Ik hoop dat de lezer ze vinden zal. En... merken!
Indien ik geheel onafhankelyk ware in 't konditionneren van m'n werk, zou ik nog altyd lust hebben zulke en dergelyke fouten in den vorm, te verbeteren. 't Was sedert lang m'n illusie al m'n arbeid tot één geheel, tot Ideeën, te maken. Maar dit kan niet. Eerstens wyl men my verzekert dat de lezers in ons land de middelen niet bezitten om zich werken van enigen omvang aan te schaffen - waarschynlyk omdat er zoveel geld nodig is voor oorlogvoeren en amerikaanse spoorwegen! - en ten tweede heb ik te veel moeite om door 't leveren van nieuwen arbeid my in 't leven te houden, dan dat ik aan de reeds verschenen stukken zoveel aandacht wyden kan, als ik met m'n grote liefde voor nauwkeurigheid wel wensen zou. Dit is zeker te bejammeren