890.
Er is niets nieuws onder de zon. De man die voor duizenden jaren deze spreuk opschreef - zyzelf zal wel oud geweest zyn, en misschien had hy welgedaan er by te voegen: ook deze opmerking niet! - blykt een wysgeer geweest te zyn. Al vond hy de waarheid niet uit, hy achtte het de moeite waard haar te boekstaven, en daardoor kracht van tekst te geven aan iets bekends.
De publicist die 'n algemeen erkende, doch in de praktyk verwaarloosde mening voordraagt op 'n wyze die haar stempelt tot spreekwoord, heeft 'n goede daad gedaan. Zyn armzalig loon is 't nydig geschreeuw van de menigte: dat wisten wy al lang! Dit kan waar zyn, o schreeuwende menigte, maar 't bleek niet. Gy wist het? Des te beter! Nu dat weten erkend is, en daardoor het gesproken woord geykt werd tot gangbare formule, zyt ge meer dan ooit verplicht u naar dat weten te gedragen. Wie een gedachte onder woorden brengt, de artist die daaraan 'n praktisch-bruikbaren vorm geeft, is alzo slechts in zeer betrekkelyken zin de schepper van het voortgebrachte. Deze opmerking nu eens terzyde stellende, moeten wy erkennen dat de verklaring: er is niets nieuws onder de zon, getuigenis geeft van diepe wysbegeerte die zich openbaart in oordeel des onderscheids niet alleen, maar vooral door besef van overeenstemming. Men bereikt het laatste niet zonder langdurige oefening in het eerste. De geheel onontwikkelde merkt noch verschil noch overeen-