852.
Myn antwoord op de vraag: of het doel dat wy met het Onderwys beogen, bereikt wordt, is onvolledig, en moet dit zyn. Ik hoop genoeg gezegd te hebben om dezen en genen die oud - of jong - genoeg is om 't slingeren van myn pendule met de ogen te volgen, lust ingeboezemd te hebben tot aanvulling. Met voordacht was ik... éénzydig. Ik weet zeer goed dat ons Onderwys uit geheel andere oogpunten kan beschouwd worden. Zy die dit doen, zullen misschien langs anderen weg aanlanden op 't zelfde punt waarop myn opmerkingen uitlopen. Men zoeke overigens geen tegenspraak in myn bewering dat wy aan de beslissing der Natuur moeten overlaten wat het denkvermogen van een kind bearbeiden kan, en Idee 268. Juist ómdat het denken moet geleerd worden, mogen we niet door ontydig meedelen van niet begeerden indruk, de vatbaarheid voor dat leren verstompen. Men bevordert de zwemkunst van de eenden niet door de eieren in 't water te werpen. Er moet gebroeid zyn. Met dat broeien belast zich de lieve trouwe klokhen Natuur. Misschien ware 't hele voorschrift in 268 overbodig, indien men ons niet op onze scholen... als eieren in den vyver gegooid had! Wie na dit alles nog niet gelooft dat er aan ons Onderwys een en ander ontbreekt, zoeke eens naar 'n gepast antwoord op 74. Ik houd my voor de mededeling aanbevolen.