‘Dus toch géén likdoornsnyder? Géén gemene troep?’
Dit volgt niet rechtstreeks uit Léon's professie. Bovendien, een likdoornsnyder sans douleur... zeg my eens, hebt ge meer eerbied voor 'n advokaat wiens praktyk wél douleur veroorzaakt, die wél extirpeert? We willen hopen dat Léon in dit opzicht niet lager sta dan... 't kaartje van den ander. Een likdoornsnyder die z'n vak goed verstaat en humaan uitoefent, kan een weldoener zyn van de gelaarsde mensheid. Il n'y a pas de sot métier, il n'y a que de sottes gens. Om laag op iemand neer te zien - of ook om iemand wat minder laag te stellen - moet men meer van hem weten dan er gewoonlyk op 'n adreskaartje te lezen staat.
‘Is dit de moraal van de historie?’
Er is geen moraal in. Ware dit anders, dan zou ik ze bewaren voor 't slot, gelyk bekend is sedert wy vernamen dat:
De naarstigheid, die kinderdeugd
Wordt altyd goed beloond... ik mag 't lyden.