Volledige werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend799. Iemand die in zichzelf de nodige geschiktheid heeft. (554)Hier betreden wy een allergevaarlykst terrein. Wie zal de hier bedoelde eigenschappen beoordelen? M.a.w.: wie is bevoegd tot het schatten van... bevoegdheid? Gelyk veelal moeten wy ons hier behelpen met fiktiën. Behoudens achtslaan op tegenbewys, nemen wy aan dat een getuige de waarheid zegt. Wy nemen aan dat een schoenmaker verstand van schoeisel heeft. Wy nemen aan dat een expert... expert is. Nu, dat moet wel. Doch al zyn wy in veel gevallen veroordeeld genoegen te nemen met zulke armzalige hulpmiddelen ter be- | |
[pagina 517]
| |
aant.
Zeer wel weet ik dat ook dit doel onbereikbaar is (1) doch dit is de vraag niet, wyl deze mislukking geen afbreuk doet aan de waarde van het streven. (146, 147, 517) En ook zy is wel genoodzaakt gebruik te maken van hulpmiddelen van nog minder gehalte dan 't reeds zo feilbaar eigen aanschouwen. |
|