723.
M'n aanmerkingen op schryverswerk doelen geenszins op kleine fouten die élken arbeid aankleven. Ik spreek niet van lapsus. Ik heb 't oog op verkeerdheden die het algemeen gehalte van den geleverden arbeid verlagen. Immers indien wy ontwaren dat de schryver - een publiek-spreker die 't woord neemt in de vergadering van al z'n landgenoten - de zaak die hy behandelt niet kent, indien hy telkens zichzelf tegenspreekt, en daardoor blyk geeft van gebrek aan overtuiging, indien hy uit onkunde of uit kwaden wil gebruik maakt van valse gevolgtrekkingen, van onjuiste slotsommen... dan beweer ik dat het wyzen dáárop geen vittery is, maar de plicht van ieder die 't wel meent met de waarheid.