Volledige werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 405]
| |
van beoordeling der zaken die buiten zyn begrip liggen. Wie kan bepalen waar en in hoeverre dit laatste het geval is? Wy meten ons oordeel mét ons oordeel, en begaan dus in het keuren onzer bevoegdheid altyd juist dezelfde fout, te welker opsporing en verwydering wy die keuring ondernamen. Het tweede gedeelte der uitspraak van Larochefoucauld: tout le monde se plaint de sa mémoire, et personne ne se plaint de son jugement, is alleen toepasselyk op wie tevreden is met 'n erkend gebrekkigen maatstaf, en waarde hecht aan het vrysprekend vonnis van 'n rechter in eigen zaak. Het geheugen is zo gelukkig niet. Hem vonnissen dagelyks de onomkoopbare feiten, die op gevoelige wyze het deficit aantonen in de boekhouding van eenmaal opgegaarde, doch later verwaarloosde kennis. |
|