648.
Zolang het echter niet tot dit uiterste gekomen is, heeft hy iets nodig voor z'n onderhoud. Dit ‘iets’ moet hy zich kunnen aanschaffen op een wyze, die niet gedurig elk opvlammend sprankje dooft, die de geestdrift niet smoort, die niet door 't ál te hevig, ál te aanhoudend spannen van z'n veerkracht, hem verlamt.