641.
Wraak! Kom aan, niets gaat boven gemak. Wie wat te wreken heeft, vermoeit zich zo weinig mogelyk. Wraak is, volgens spreekwoord en bybel, godenspys - er lept veel aan dien schotel, dat nu juist niet positief goddelyk is - en behoort met rustigheid georberd te worden, als de andere theobroma die van cacao gemaakt wordt: onze Kappelman wil 'n kop chocolaad drinken.
Tout doucement! Verslik u niet, brand u niet, haast u niet. Strek uw benen lang voor u uit... en vooral: geen inspanning! Noch van gevoel, noch van verbeelding, noch van geheugen, noch van kennis, noch van oordeel... niets van dit alles is nodig om met brutale zelfgenoegzaamheid te zeggen:
- 't Is waar, hy zingt ‘mooi’ maar... och, zo'n vent heeft altyd onechte kinderen.
't Is te hopen dat uw vrouw ze heeft, o Kappelman! Dat zou kans geven op verbetering van ras.
- De schilderyen zyn ‘mooi’... gelukkig dat dit volk altyd om geld verlegen zit. Ik heb ze hem afgekocht voor 'n prikje.
Dan zyt ge een dief, o Kappelman, gy die nooit verlegen zyt om