486.
Als in dat ander deel der Natuur, de stof (16), is elke indruk, iedere gedachte en elk gevoelen deelbaar tot in 't oneindige. Niets is bepaald: zó. Alles is zó...zó... en zó. Wie te veel zo's samen vat, is ruw, onjuist, slordig en cassant. Wie te veel zo's onderscheidt, wordt subtiel, specieus, ungeniessbar.