Volledige werken. Deel 2. Minnebrieven. Over vrijen arbeid in Nederlands-Indië. Brief aan Quintillianus. Ideeën, eerste bundel
(1951)– Multatuli– Auteursrecht onbekendEen treffende vogelhistorie, met 'n wenk over 't nadeel van hoefyzers als voedsel. Doorslaand bewys van Wouters beterschap, blykbaar uit 'n kerkelyk getuigschrift. Wouters eerste uitgang. Zyn studie in de liefde. Congrevische vertelling, die dóórbrandt in water. | |
438.Myn vriend Ornis kocht, na den dood zyner vrouw, tot afleiding wat vogels. Als ik de smart over 't verlies van z'n wederhelft moet afmeten naar de hoeveelheid pluimgedierte dat haar verving, moet ik erkennen dat-i zeer bedroefd geweest is. Want het getal zyner vogels was groot. Hy had vinken met ogen, en | |
[pagina 639]
| |
aant.
Hoe hy gekomen was aan die verzameling, weet ik niet, en dat doet ook niets tot de geschiedenis die 'k vertellen wil. Op zekeren morgen moest Ornis uit de stad. Z'n afwezigheid zou van enigen duur zyn. - Beste vriend, zeide hy, ik doe een beroep op uw vriendschap. Ik houd niet van die beroepen. Want er zyn mensen die de vriendschap à la lettre nemen, en van zulke beroepen een beroep maken. - Ik ga uit de stad, vervolgde hy, en weet niet hoe ik 't zal aanleggen om... - Wel... neem 'n plaatsbriefjen op de spoor. - Neen, dat is 't niet. Ik weet niet hoe ik 't zal maken met m'n vogels... - Als gy ze meenaamt, stelde ik voor. - Dat gaat niet, om de kosten. Bovendien, Liwi is broeis... Liwi was 'n jeugdige kanarievogel, die partant pour la Syrie floot. - Wel, laat dan uw vogels thuis. - Men ziet wel dat ge nooit getrouwd zyt geweest... dat gy nooit vogels hebt gehouden. ‘Laat ze thuis’ is fraai gezegd! Wie zal er op passen, als ik weg ben? Wie zal ze toespreken, voororgelen, eten geven, reinigen?... - Ah zo... is dat de zaak! En uw beroep op myn vriendschap... - Ja, dat is de zaak. Ik wilde? verzoeken, gedurende myn afzyn, u te belasten met de zorg voor m'n vogels. - Ik heb veel bezigheden. - Stel ze uit. M'n vogels... - M'n vader is ziek. - Wat doet er dat toe? M'n vogels... - M'n kinderen hebben de mazelen. - Warmhouden. M'n vogels... - M'n zaken zyn in de war. - Vraag surséance. M'n vogels... | |
[pagina 640]
| |
- Beste Ornis, ik heb geen verstand van vogels. - Hoe... - Geloof me, ik heb nooit vogels gehouden. Ik weet waarlyk niet hoe ze moeten behandeld worden. - Dat maakt 'n onderscheid. Gy doet zeer wel, my dat te zeggen. Dan zal ik trachten iemand te vinden, wien ik m'n lievelingen kan toevertrouwen. En Ornis het my met rust, eindelyk: omdat ik geen verstand had van vogels. Nu vraag ik, wat toch juffrouw Pieterse bewoog, en wat zovélen beweegt, om kinderen te houden?
Die goeie Ornis stoorde zich niet aan de ziekte van m'n vader, niet aan myn bezigheden, niet aan de ongesteldheid myner kinderen, hy stoorde zich aan niets... tot op 't pynlyk ogenblik dat ik verklaarde: geen verstand van vogels te hebben! Dát was 'n reden. Op die betuiging trok-i zyn verzoek in! Geen verstand van vogels! Hoe, zou-i z'n vinken laten behandelen als kraaien, en z'n eksters als kalkoenen? Zou-i aan myn onkunde overleveren het talent van Liwi die door broeien en fluiten aanspraak had op dubbele zorg? Zou hy de oren van gevoelvolle tortels laten kwetsen door de wulpse melodieën van 't orgel der vlasvinken? Zou-i, by vergissing in 't voedsel - zoals te verwachten was van onbedreven handen als de myne - de tedere maag van 't winterkoninkje blootstellen aan de hoefyzers en oude pantoffels die er overbleven van 't ontbyt der kazuarissen? ‘Neen, neen, honderdmaal neen! Geen verstand van vogels? Dan zyt ge niet waardig ze te bewaken en te verzorgen!’ Zo sprak Ornis. Nu vraag ik nog eens: waarom hield juffrouw Pieterse kinderen? En als ik dan bereken, dat het getal kinderen op de wereld omtrent zeshonderd millioen is... En dat die kinderen worden ‘gehouden’ door de drie- of vierhonderd millioen mensen, die voor 't merendeel geen verstand hebben van... vogels... Ach, dan moet ik m'n venster openen, om niet toe te geven in 'n stemming als die van 't winterkoninkje na zo'n verkeerd ontbyt. |
|