410.
Die Fancy scheen 'n soort hofdame van Wouters moeder te wezen, die 'm een bezoek bracht in z'n ballingschap, om hem wat op te beuren en moed in te spreken, opdat-i de tydelyke bestraffing die 'm ten deel viel, niet zou opvatten alsof men boos op 'm was.
Zy beloofde hem te bezoeken van tyd tot tyd.
- Maar, had Wouter gevraagd, hoe vaart m'n zusje?
- Uw zusjen is ook gestraft... gy kent de wet. Doch ze is 'n lief kind. Zy schikt zich geduldig in de kastyding, en belooft beterschap.
In den beginne is ze een luchtbolletje geweest, en heeft zich als zodanig onberispelyk gedragen. Daarop werd ze 'n maanstraal, en ook in die hoedanigheid was er niets op haar te zeggen. Zy schéén dat 't een lust was, en uw moeder had geestkracht nodig, om haar straf niet te bekorten.
Zeer spoedig is ze dan ook bevorderd tot geur, en voldeed byzonder, want ze vulde de heelallen dat we er hoofdpyn van kregen. Dat gebeurde omstreeks den tyd, toen gy begonnen zyt gras te gebruiken.
Weldra werd ze 'n vlinder. Maar uw moeder vond die conditie niet geschikt voor 'n meisje, en liet 'r daarom spoedig overgaan in 'n sterrebeeld... zie, daar staat ze... ónder ons.
Wouter zocht Omikron, maar vond 'r niet...