373.
In de zogenaamde godsdienst gaat het evenzo.
De vromen maken 'n god, takelen die bespottelyk toe, en als 'k dan spot met die bespottelykheid, zeggen ze dat ik iets heiligs aantast. (253)
Eilieve, beproef eens myn god te bespotten, de lieve, domme, geestige, naieve, almachtige, onwetende, kinderlyke, tokoachtige Natuur...
Dat kúnt ge niet, gy ongepatenteerde godenmakers!