336.
Ik schep 'n individu op de volgende wyze. Ik neem de hoedanigheden van veel mensen by elkaar, tel ze samen op, en deel door 't getal personen. Van dat individu denk ik me een geschiedenis: ‘Avonturen van 't gemiddelde, of: Leven en daden van 'n extract-mens.’
Het werd geboren op verschillende tyden, in onderscheidene Kiesdistricten. Met lof en nut bezocht het allerlei inrichtingen waar middelmatigheid gedoceerd wordt, en 't werd nooit homogeen veroordeeld wegens diefstal of moord. Het trouwde met veel juffers, en bracht extracten voort van alles. Het bakte brood en staatkunde. 't Brouwde bier en twist. Het stookte jenever en argwaan. 't Kuipte vaten en intrigues. Het verkocht koffie en godsdienst, wysheid, stroop en ‘eerste’ beginselen.
't Liep drie pas vóór- en drie pas achteruit, en bleef waar 't was. Het daalde en rees, en kwam niet hoger of niet lager. 't Werd ziek, en stierf, en leefde voort... heel jammer! Het sprak gedurig, maar zei ‘ja’ of zeide ‘neen’ óm en óm, zodat het was of 't niet gesproken had. Het was niet blauw of geel, niet rood of groen of grijs, maar alle verf dooréén: 'n wankleur.
Het was niet hoog, niet laag, niet diep of breed of lang, niet dik, niet dun... het was geen ding, het was 'n onding.
Het deed niet dit, het deed niet dát, het deed het een en 't aêr, het deed van alles wat, en deed dus niets.